Polarisatie: inzicht in de dynamiek van het wij-zij denken - training & consultancy

De methodiek van Bart Brandsma in media is een (basis)training voor professionals om op eigen kracht een polarisatiestrategie op te stellen. De methodiek beschrijft wat polarisatie inhoudt, hoe ze ontstaat en verder groeit. Vervolgens tracht de methodiek aan de hand van enkele aandachtspunten, ook wel ‘game changers’ genoemd, om polarisatie op een effectieve manier te voorkomen én zelfs te bestrijden. Hiervoor biedt Bart Brandsma in media workshops, trainingen en consultancy aan op maat van specifieke organisaties of lokale besturen. Ook in Vlaanderen is er ondertussen vraag naar de methodiek van Bart Brandsma. Zo is de stad Genk gestart met een samenwerkingstraject met Bart Brandsma om zijn theorie te vertalen in de praktijk.

Waar uitgevoerd?

Meerdere steden/gemeenten o.a. in Genk

Projectaanpak

De methodiek van Brandsma in een notendop

Bart Brandsma omschrijft polarisatie in zijn boek ‘Polarisatie; Inzicht in de dynamiek van wij-zij denken’. Hierin onderscheidt hij enkele basiswetten en rollen om het polarisatieproces te beschrijven.

Volgens de methodiek zijn er drie basiswetten die beschrijven hoe een polarisatieproces ontstaat en groeit. Brandsma gaat ervan uit dat polarisatie gedachtenconstructies zijn. Tijdens een discussie tussen personen vindt er een intern proces plaats. Dit proces maakt dat men gaat denken in termen van wij tegenover zij. Dit ‘wij-zij’ denken zorgt ervoor dat personen elkaars identiteit tegenover elkaar zetten. Dit is een essentieel punt in het polarisatieproces. Volgens de methodiek heeft het polarisatieproces voortdurend brandstof nodig om verder te escaleren. Dit gebeurt naargelang er meer en meer uitspraken over elkaars identiteit gebeuren. De methodiek van Bart Brandsma in media gaat ervan uit dat het betrekken van identiteit de polarisatie enkel doet groeien. De uitspraken over elkaars identiteit zijn grotendeels irrationeel. De methodiek beschouwt polarisatie als een gevoelsdynamiek. Een dynamiek die niet beheersbaar is.

In een polarisatieproces zijn er volgens de methodiek van Bart Brandsma vijf rollen te onderscheiden. De personen die recht tegenover elkaar staan en continu brandstof geven aan polarisatie om de andere kant verdacht te maken, worden de ‘pushers’ genoemd. De ‘pushers’ trachten volgers te krijgen in de bevolking. Sommige personen geven volgens de methodiek gehoor aan de ‘pushers’ en worden ‘joiners’ genoemd. Zij geraken ervan overtuigd dat hun waarden en normen bedreigd worden door de andere kant. Vanuit deze veronderstelling verantwoorden zij hun keuze om een ‘pusher’ te volgen. Naargelang meer en meer ‘joiners’ er bij komen, wordt de groep in het midden, die geen kant kiest, alsmaar kleiner. De opinie van deze middengroep is zeer uiteenlopend. Personen in deze groep reageren neutraal, onverschillig of genuanceerd op de mening van de ‘pusher’. Volgens de methodiek krijgt deze groep, in vergelijking met de ‘pushers’, weinig aandacht van de media. Vandaar dat de groep in het midden ‘the silent’ wordt genoemd. Om de discussie tussen beide kanten op te lossen, komt er vaak een ‘bridgebuilder’ aan te pas. Deze bruggenbouwer stelt zich boven de beide kanten op. De bruggenbouwer er te vaak van uit dat beide kanten een te beperkt inzicht hebben en wil aan de hand van dialoog beide kanten verzoenen. Hiermee bereikt de bruggenbouwer echter vaak het tegenovergestelde en geeft zo net meer brandstof voor polarisatie. Naarmate de polarisatie groeit, neemt het ‘zwart-wit’ denken ook toe en wordt de tolerantie naar andersdenkenden steeds kleiner. Dit kan volgens de methodiek er uiteindelijk toe leiden dat de zichtbaar andersdenkende bestempeld worden als zondebok of ‘scapegoat’ van de problematiek.

Om polarisatie succesvol te bestrijden, is er volgens de methodiek nood aan een (goede) polarisatiestrategie. Deze strategie moet uitgewerkt worden volgens vier ijkpunten of ‘game changers’. Ten eerste moet de doelgroep veranderen. Net zoals de media, hechten veel projecten teveel aandacht aan de ‘pushers’. Hierdoor krijgen ze een platform om hun polariserende opinies nog verder te verspreiden. Volgens de methodiek moet een polarisatiestrategie zich focussen op de middengroep ‘the silent’. Het onderwerp van de strategie mag volgens de methodiek niet gebaseerd zijn op de tegenstelling in identiteiten, maar moet verlegd worden naar een vraagstuk dat relevant is voor de middengroep. Om de strategie in goede banen te leiden, moet je de juiste positie innemen. De positie van deze rol mag zich niet boven de partijen zetten, maar net in de middengroep (een ‘connected’ en ‘mediative’ rol). Tot slot moet de toon veranderen. Er mag niet in termen van goed of fout gesproken worden. De slaagkans is groter wanneer er niet gemoraliseerd of op de schuldvraag ingegaan wordt. Hiervoor is er volgens de methodiek nood aan ‘mediative speech’ en ‘mediative behavior’.

Ter ondersteuning van de methodiek biedt Bart Brandsma in media workshops, trainingen en consultancy op maat aan voor organisaties en lokale besturen.

Beoogd resultaat

Professionals ondersteunen bij polarisatievraagstukken, waardoor ze zelfstandig een adequate polarisatiestrategie kunnen uitwerken en toepassen.

Genk

In mei 2017 heeft Bart Brandsma op uitnodiging van de dienst Diversiteit en Gelijke Kansen van de stad Genk, een lezing gegeven over polarisatie op een ‘open forum’ voor professionals en burgers. Tijdens de lezing kwam het ontstaan en bestrijden van polarisatie aan bod zoals ze hierboven beschreven staat. Na afloop van de lezing beslist de stad Genk om hier verder mee aan de slag te gaan.

In de zomer van 2017 heeft de Stad Genk verder gebrainstormd met Bart Brandsma, waarbij een verdiepingstraject voor de administratie, politie en onderwijs is uitgewerkt. Gedurende anderhalve dag krijgen verschillende groepen een diepgaander inzicht op polarisatie, toegepast op cases. Het traject bestaat uit een dag training en een terugkomdag (halve dag) drie tot vier weken later. Voorafgaand aan deze training geeft Brandsma in januari 2018 opnieuw een lezing. Dit dient enerzijds als opfrissing van de vorige lezing en is anderzijds een kennismaking met de polarisatiemethodiek voor diegenen die er in mei 2017 niet bij waren. Ook het Schepencollege neemt deel aan deze lezing om zo een draagvlak te creëren om de methodiek in Genk verder uit te werken. Tussen februari en maart 2018 vinden de trainingen voor de verschillende groepen plaats. Het verdiepingstraject bestaat uit vier groepen. In samenspraak met Brandsma en de stad Genk wordt volgende verdeling gemaakt:

  • Groep met ‘gebiedsgerichte werkers’ Deze groep bestaat uit wijk- en buurtwerkers, politieagenten, vertegenwoordigers van gebiedsgerichte organisaties (Stebo en Rimo), medewerkers van Campus 0³ (Huis van het kind Genk).
  • Groep met ambtenaren en middenveld Deze groep bestaat enerzijds uit ambtenaren van de afdeling sociale zaken, maatschappelijke assistenten van het OCMW, het afdelingshoofd Burgerzaken en anderzijds vertegenwoordigers van middenveldorganisaties.
  • Groep met ambtenaren Aan de hand van deze groep wil men de methodiek van Brandsma bekend maken in de gehele stadsorganisatie. Hiervoor worden er specifieke deelnemers gekozen. Onder de deelnemers bevindt zich o.a. het diensthoofd Communicatie en de kabinetschef van de burgemeester.
  • Groep met Onderwijs en Jongeren Deze groep bestaat uit deelnemers die actief zijn in Onderwijs en mensen die werken met jongeren. Vanuit Onderwijs komen vragen over polarisering en de beste manier om hierop te reageren. Vandaar dat de stad Genk in samenspraak met Brandsma er voor geopteerd heeft om een aparte groep voor Onderwijs en Jongeren op te richten..

Het aantal deelnemers per groep aan de sessies is beperkt tot 16 deelnemers. Tevens worden de meeste deelnemers (voornamelijk bij de ambtenaren) zorgvuldig uitgekozen naargelang hun functie. Om een overzicht te behouden van de verschillende groepen, neemt het diensthoofd Diversiteit en Gelijke Kansen en een beleidsmedewerker Onderwijs afwisselend deel aan alle sessies. Op deze manier kunnen ze een beeld schetsen van hoe de dynamiek is in de verschillende groepen. Het opzet in elk van de vier groepen is hetzelfde. De sessie begint met een korte herhaling van de theorie. Vervolgens wordt als opdracht een concrete case uitgewerkt waarin alle polarisatierollen aan bod komen, bijvoorbeeld discussies over een vluchtelingencentrum. Nadien wordt de groep onderverdeeld in groepjes van drie à vier personen. Elke deelnemer in deze kleinere groepen werkt een voorstel van een zelf gekozen case uit. Onderling wordt vervolgens gekozen welke case verder besproken wordt. Uiteindelijk worden vier tot vijf van de (populairste) cases in de grotere groep besproken. Op deze manier tracht Genk om cases te bespreken waar het meeste vraag naar is.

Drie tot vier weken na deze trainingsdag wordt er een halve ‘terugkomdag’ georganiseerd. Tussen de dag training en de ‘terugkomdag’ wordt er aan de deelnemers gevraagd om de theorie in hun praktijk toe te passen. Om zelf polarisatievraagstukken in hun werkomgeving te herkennen. De ervaringen uit deze periode worden gebruikt tijdens de training op de ‘terugkomdag’. Verder wordt op de ‘terugkomdag’ ook de theorie van ‘mediative behavior’ uitgelegd en ingeoefend. Deze ‘terugkomdag’ wordt zeer positief ontvangen door de deelnemers, al vinden ze dat de halve dag te kort is.

Na afloop worden de trainingen geëvalueerd, waarbij blijkt dat de meerwaarde van de theorie zeker gedeeld wordt door de deelnemers. De groepsverdeling kan voor moeilijkheden zorgen. Zo geeft de stad Genk aan dat de groep van Onderwijs onvoldoende optimaal is samengesteld. De deelname van directeurs zorgt ervoor dat de cases niet gedetailleerd genoeg zijn. De stad maakt de afweging om bij een volgend traject leerkrachten uit te nodigen, om zo meer specifieke cases te kunnen bekijken. Door de aanwezigheid van de verschillende lagen van de stadsorganisatie is Genk er wel in geslaagd om de methodiek kenbaar te maken. Zo is de burgemeester de idee genegen om verder te gaan met de methodiek. De mogelijkheid bestaat om een consultancy traject met Bart Brandsma op te starten. De mogelijkheid om de theorie mogelijk toe te passen op andere werkvelden dan de sociale sector wordt bekeken.

Leerpunten

Zorg voor voldoende draagvlak

Vooraleer men start met het toepassen en trainen van de methodiek, is er voldoende draagvlak binnen het lokaal bestuur nodig. De ondersteuning van Bart Brandsma kan voor sommige kleinere besturen een hoge kost worden. Door eerst een activiteit (bv. een lezing) voor geïnteresseerden te organiseren, kan men zien of het zinvol is om hier mee door te gaan. Het is ook nodig om de methodiek voldoende gekend te maken binnen het lokaal bestuur. Het betrekken van de verschillende lagen binnen de stadsorganisatie is hierbij een absolute meerwaarde. Bij de stad Genk heeft de kabinetschef van de burgemeester deelgenomen aan de trainingssessies, zodat de burgemeester voldoende op de hoogte is van de methodiek.

Hecht belang aan de structuur van de training

Om de methodiek zo goed mogelijk aan te leren, is de structuur van training zeer belangrijk. De stad Genk heeft ervoor gekozen om in groepen van max. 16 personen te werken. Dit is een afweging die elke stad zelf maakt. De inhoud van de training, meer bepaald de cases, wordt voor een groot deel bepaald door de deelnemers. Het selecteren van deelnemers is dan ook een niet onbelangrijk detail. Bij de stad Genk was de groep rond onderwijs niet optimaal samengesteld, waardoor de behandelde cases minder sterk waren in vergelijking met andere groepen.

Projecteigenaar

Bart Brandsma

Partners

  • Bart Brandsma met zijn expertise
  • Lokaal bestuur

Doelgroep

Professionals in verschillende sectoren:

  • Politie
  • Openbaar bestuur
  • Sociale cohesie (o.a. jeugd- en welzijnswerk)
  • Onderwijs
  • Communicatie en journalistiek

Middelen

Naast personeelslasten om het traject op te volgen, is de kostprijs afhankelijk van type ondersteuning.

Sleutelwoorden